FAQ


"Wat is het verschil tussen chronische en acute hyperventilatie?"


Er zijn twee vormen van hyperventilatie: (1) acute hyperventilatie, en (2) chronische hyperventilatie.

Ik werk met ze allebei, maar in de praktijk verschillen ze duidelijk van elkaar.


1. Acute hyperventilatie

Acute hyperventilatie betekent dat je ademhaling opeens sterk ontregeld raakt. Je hebt het gevoel veel te weinig lucht te krijgen, en begint daardoor nog zwaarder te ademen. Je raakt de controle over je ademhaling kwijt.

De klachten die bij dergelijk aanvallen horen lopen uiteen, zoals angst, grote opwinding, pijn op de borst, versnelde hartslag, benauwdheid, duizeligheid, problemen met logisch denken, spierverkramping, tintelingen en algehele plotselinge slapte.

Soms gaat het zelfs zo ver dat iemand flauwvalt (dat is een soort noodrem op je ademhaling – wanneer je weer bij komt is de paniek weg en is de ademhaling weer rustig).

     Lees meer over hyperventilatie-aanvallen


2. Chronische hyperventilatie

Deze vorm is minder duidelijk herkenbaar. Maar hierbij is de ademhaling voortdurend te diep, vaak zonder dat je dat door hebt.

Wanneer je voortdurend te veel ademt, neemt de voorraad koolzuurgas in je lichaam sterk af. Omdat koolzuurgas belangrijk is voor vele processen (zoals zuurstofopname, werking van de zenuwen, transport van mineralen en vitamines via het bloed) kan er dan van alles fout gaan. Waar het fout gaat hangt sterk af van wat de zwakke punten in iemands lichaam zijn.

Dat is ook de reden dat de Lijst met symptomen van chronische hyperventilatie zo uitgebreid is.


Alle mensen die hyperventilatie-aanvallen ervaren, hebben ook chronische hyperventilatie. Andersom is dat niet zo: er zijn  veel mensen die chronisch te diep en/of snel ademen, die geen last van acute aanvallen hebben.