Middenrif
Het middenrif is een grote platte spier die onder de longen ligt. Het is de belangrijkste spier voor de ademhaling. In rust (na een uitademing) heeft het middenrif de vorm van een koepel (zie de tekening hieronder).
Het middenrif scheidt de borstholte en de buikholte van elkaar. Boven het middenrif liggen de longen en het hart, en onder het middenrif liggen organen zoals de maag, lever en darmen.
De buitenkant van het middenrif zit vast aan de ribben en de wervels van de ruggengraat. In het midden hechten de spieren van het middenrif aan een grote peesplaat. In het middenrif zitten een aantal openingen. Er is een opening voor de slokdarm (die je keel met je maag verbindt). En een opening voor de aorta (de grote lichaamsslagader die zuurstofrijk bloed van de longen en het hart naar de lichaamscellen brengt), de onderste holle ader (de grote ader die het zuurstofarme bloed dat de lichaamscellen gepasseerd is weer terug brengt naar de longen en het hart).
Ademen met het middenrif
Wanneer je inademt, trekt het middenrif samen en naar beneden (bij een diepe ademhaling kan dat wel 10 centimeter zijn - dat voel je omdat je buik naar voren komt). Doordat het middenrif naar beneden beweegt neemt het de longen mee, die zo groter worden. Door de onderdruk die ontstaat, zuig je lucht naar binnen.
Bij de uitademing ontspant het middenrif weer.
Andere functies van het middenrif
Het middenrif vervult nog een aantal andere taken.
(1) Allereerst is het middenrif één van de pompen van je lymfestelsel. Het lymfesysteem speelt een belangrijke rol bij het schoonhouden van je cellen en maakt onderdeel uit van je immuunsysteem.
(2) Ondersteuning van de hartfunctie. Inademen betekent dat de longen groter worden. Hierdoor wordt ook extra bloed naar het hart gezogen. Hierdoor kan tijdens het inademen de bloeddruk iets omhoog gaan.
(3) Tenslotte: het middenrif speelt een ondersteunende rol bij het "ontlasten van je darmen" (wat we meestal poepen noemen). Het zet druk op de onderliggende organen en duwt zo de feces richting uitgang.