Longfunctietest
Een arts kan een aantal longfunctietesten uitvoeren. Zoals een diffusietest (waarmee gekeken wordt hoe snel zuurstof afgegeven wordt aan het bloed), een bodybox-onderzoek (waarmee de totale longinhoud en de weerstand bij het ademen gemeten wordt), PI/PE max test (waarbij de kracht van de ademhalingsspieren gemeten wordt).
Spirometrie
De meest gebruikte longfunctietest is de spirometer-test. Dat is een test die vooral uitgevoerd wordt bij iemand die benauwdheid en kortademigheid ervaart. Je kan er voor naar het ziekenhuis gaan, maar ook veel huisartsen hebben tegenwoordig een spirometer in hun praktijk, zodat ze deze test zelf kunnen uitvoeren.
Met een spirometer-test wordt je gevraagd eerst zo diep mogelijk in te ademen, en daarna zo snel en lang mogelijk uit te ademen. Beiden worden gemeten en in een grafiek weergegeven.
Daarbij wordt ook de FEV1 vastgesteld (FEV staat voor "Forced Expiratory Volume"). De FEV1 is de hoeveelheid lucht die iemand binnen 1 seconde uitblaast. Ook wordt gekeken naar de totale hoeveelheid lucht die iemand uit kan ademen. Dat noemt men de Forced Vital Capacity (FVC). Soms laat men iemand daarbij na 6 seconden stoppen (dat heet dan FEV6). In het plaatje zie je dat deze proefpersoon alle lucht na zes seconden wel zo ongeveer kwijt is.
Interpretatie
Door FEV1 en de FVC (of de FEV1 en de FEV6) en met elkaar te vergelijken, en te kijken wat de norm is bij iemand van een bepaalde leeftijd, kan een arts conclusies trekken. Zo ademt een gezonde patiënt tussen 70 en 90% van de FVC uit in de eerste seconde van de test. Maar in de praktijk gaat men vaak verder kijken wanneer de FEV1 minder dan 80% is van de totale lucht die iemand kan uitademen (de FVC). Er kan dan wat aan de hand zijn, zoals bijvoorbeeld astma). In het plaatje hierboven is de FEV1 ongeveer 3,7 liter en de FEV6 ongeveer 4,3 liter. Dan kom je uit op een FEV1/FEV6 van ongeveer 88% (een prima score dus).
Maar een arts kan ook kijken naar de "Flow" en het "Volume". De Flow is de hoeveelheid lucht er op dat moment verplaatst wordt (vergelijk het met hoe sterk een stofzuiger zuigt of een haardroger blaast). Het Volume is de totale hoeveelheid lucht die iemand in- of uitgeademd heeft.
Hierboven zie je een grafiek waar artsen dan mee werken (deze grafiek hoort bij een normale ademhaling). Onderin de grafiek zie je inademing. Je ziet dat je iemand even op gang moet komen, dat iemand halverwege relatief de grootste flow heeft, en dat het allemaal tegen het einde snel weer minder wordt.
Boven in de grafiek zie je de uitademing. Je ziet dat iemand direct in het begin erg veel lucht uitademt. De PEF staat voor Peak Expiratory Flow (dan blaas je het hardst en komt er relatief het meeste lucht uit je longen). Daarna neemt het heel geleidelijk af (een mooie rechte lijn).
Het kan zijn dat je dergelijk grafieken wel eens ziet wanneer je regelmatig bij een longarts komt. Laten we er nog 1 bekijken.
Astma, bronchitis
Bij astma en chronische bronchitis zijn de kleine luchtwegen vernauwd. Wat betekent dat iemand de lucht minder makkelijk uit de longen krijgt. Het totale volume dat iemand uit kan blazen (de FVC) kan normaal zijn, maar de FEV1 (de hoeveelheid die iemand in de eerste seconde naar buiten blaast) ligt lager dan de norm.
En kijk je naar de Flow-Volume grafiek (zie hieronder) dan zie je dat iemand vaak wel een normaal PEF haalt (de lucht uit de bovenste luchtwegen kan snel uitgeademd worden), maar dat daarna de curve duidelijk lager ligt dan de norm omdat de lucht die uit de vernauwde kleiner luchtwegen trager naar buiten komt.
Een dergelijke uitslag wijst op vernauwing van de luchtwegen (zoals bij astma). Vaak zal de arts daarop kijken wat er gebeurt als de persoon een kortwerkende luchtwegverwijder gebruikt. En er kan een provocatie-test gedaan worden.
Provocatie-test
Door de FEV1 te meten vóór en ná het inademen van een stof die luchtwegvernauwing veroorzaakt (zoals histamine) kan men kijken hoe gevoelig de longen reageren op prikkels. Zo kan men beoordelen of iemand (allergische) astma heeft.
Stel, er is vastgesteld dat je astma hebt. Volgens de gangbare opvatting zijn er dan twee dingen die je kan doen om te zorgen dat je zo weinig mogelijk last hebt: (1) het ontwijken van de prikkels waarop je reageert (de cavia de deur uit), en (2) het gebruiken van astmamedicijnen.
Volgens Buteyko is er gelukkig meer mogelijk. Zo heeft hij ontdekt wat de oorzaak van astma is, en belooft zijn methode een betere controle van astma, met beduidend minder medicijnen, een grotere tolerantie voor prikkels en een betere algemene gezondheid.
Andere testen
Er zij nog een aantal andere testen die gedaan kunnen worden.
Diffusietest
Een diffusietest meet de snelheid waarmee ingeademde zuurstof aan je bloed wordt afgegeven. Hiervoor moet je diep inademen en je adem tien seconden vasthouden. Daarna blaas je weer uit in het apparaat.
Bodybox-onderzoek
Een bodybox-onderzoek vindt plaats in een afgesloten ruimte en meet de weerstand van je luchtwegen. Hiermee wordt eigenlijk bepaald hoeveel moeite het ademen kost. Hiernaast wordt de totale longinhoud gemeten.
Shunt
Er kan ook wat bloed worden afgenomen om het zuurstof- en koolzuurgehalte in je bloedvaten te bepalen. Dit kan ook nadat je dertig minuten honderd procent zuurstof hebt ingeademd. Dit onderzoek noem je een shunt.
Compliance onderzoek
Met een compliance onderzoek wordt de elasticiteit van je longen gemeten. Er wordt een dun slangetje via je neus in je slokdarm gebracht, waarna je een aantal keer diep in- en uitademt.
Inspanningstest
Tijdens een inspanningstest wordt het functioneren van je longen tijdens inspanning onderzocht. De hoeveelheid zuurstof in je bloed en je hartslag en ademhaling worden gecontroleerd, terwijl je fietst op een hometrainer. De lichamelijke belasting hiervan wordt steeds verder opgevoerd totdat je je maximum hebt bereikt. Daarna moet je rustig uitfietsen om het herstel te kunnen meten.
Ademkrachttest
Een ademkrachttest bepaald de maximale kracht van de ademhalingsspieren. Hierbij moet je maximaal in- en uitademen tegen een dichte klep. Soms worden de testen herhaald na toediening van een luchtwegverwijdend medicijn.
Termen die je terugvindt bij de uitslag van de spirometrie
VC = vitale capaciteit: de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing bij een krachtige uitademing.
FEV1 = is het volume dat in de eerste seconde kan worden uitgeademd tijdens een geforceerde uitademingsmanoeuvre begonnen vanaf het niveau van de totale longcapaciteit (anders gezegd: hoeveel lucht kun je met kracht uitblazen)
FVC = maximaal uitgeademd volume na maximale inademing, met maximale uitademingssnelheid (Geforceerde Vitale Capaciteit)t; is bij een gezond persoon gelijk aan de vitale capaciteit, maar in geval van obstructie echter kleiner dan de vitale capaciteit
Tiffeneau index (FEV1/VC) = Deze waarde zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0,7 zijn. Bij een waarde onder 0,7 is er sprake van vernauwde luchtwegen
TLC = Totale longcapaciteit bestaande uit vitale capaciteit (VC) plus residuaal volume (RV).
Marisa
op 26 Mar 2019Kees CCM Keetels
op 19 May 2018Reijer van der Velden
op 26 Feb 2020Dick-Kuiper
op 02 Mar 2020Petula
op 05 Jun 2023